Cinnaber (kwikerts)
Cinnaber is een mineraal (kwiksulfide, (HgS), dat het belangrijkste kwikerts is. Het komt voor in hydrothermale aders, wat betekent dat er waardevolle mineralen – die zich in water in de aardkorst bevinden - door hoge druk en temperatuur van magma of hete rotsen oplost in het water dat hiermee heet geworden is. Door latere afkoeling van het water en afname van de druk zetten de mineralen zich als ertsen af in breuken, holtes en scheuren in rotsen. Dit gebeurt ook bij bijvoorbeeld goud, koper, lood, zilver en zink, welke vaak in hydrothermale ertsen voorkomen. De kleur is loodgrijs, donkerrood (ook wel vermiljoen genoemd) of bruinrood. Het was al bekend in de oudheid en wordt in China al meer dan 1000 jaar als pigment gebruikt. De Kelten hebben het ooit in Spanje ontgonnen, te weten in de plaats Almadén. De naam komt van het Perzische woord ‘shangarf’, wat ‘vermiljoen’ betekent. Via Grieks, Latijn en Frans is het in onze taal opgenomen. Uit Cinnaber kan door middel van Scheikundige toepassingen kwik worden verkregen.
Let op: Cinnaber verschilt enigszins met het zeldzame Metacinnaberiet, omdat deze dan wel eenzelfde chemische formule hebben, maar een andere structuur. Metacinnaberiet is kubisch (kubus vormig).
Vindplaatsen: China, Egypte, India, Italië, Japan, Kazachstan, Kirgizië, Mexico, Midden-Amerika, Midden-Oosten, Oekraïne, Peru, Slovenië, Slowakije, Spanje, VS.
Hardheid Mohs: 2 tot 2,5
Deze stukjes Cinnaber hebben een afmeting tussen de 1,8 tot 4,2 cm en wegen samen ± 50 gram. Prijs per set.
Herkomst: Mexico